Het belang van een bedrijfspensioenfonds

In recente blogs hebben wij  (de Haij & van der Wende) de rol van de bedrijfspensioenfondsen in kaart gebracht en aandacht besteed aan het criterium op grond waarvan beoordeeld wordt of sprake is van verplichte deelneming en zo ja, bij welk Bpf. Conclusie was, dat het voor werkgevers van groot belang is, tijdig duidelijk te hebben óf zij zich moeten aansluiten en vervolgens goed na te gaan bij welk pensioenfonds dat dan zou kunnen of moeten. De financiële gevolgen van onterecht niet deelnemen, te laat aansluiten of het aansluiten bij een duur pensioenfonds kunnen groot zijn.

Bindende beslissing
Stel nu dat een bedrijfspensioenfonds bij u als werkgever binnenloopt en beslist, dat u verplicht bent deel te nemen. Dat is niet ondenkbaar, eerder is al aangegeven dat en waarom pensioenfondsen “jagen” op niet aangesloten bedrijven.
U kunt het dan met zo’n beslissing oneens zijn, misschien zelfs op goede gronden, maar het vervelende is dat een beslissing van het pensioenfonds over de verplichte deelname, de kracht heeft van een dwangbevel. Er komt geen rechter aan te pas. Als het bedrijfspensioenfonds zo’n beslissing neemt, verstuurt zij premienota’s die zij via de deurwaarder desnoods kan innen als de werkgever niet betaalt. Wie dan bedenkt dat aansluiting ook met terugwerkende kracht mogelijk is en dat de premies dus over een periode van enkele jaren met terugwerkende kracht kunnen worden opgelegd en geïncasseerd, realiseert zich meteen dat bedrijven hierdoor in grote problemen kunnen komen. Er is nooit gewaarschuwd, dus ook nooit een reservering getroffen en opeens moet een bedrijf tienduizenden zo niet honderdduizenden euro’s aan premie ophoesten. Als er niet wordt betaald dreigt meteen beslaglegging.

Aansprakelijkheid bestuurder
Maar dat niet alleen, ook de bestuurders van deze bedrijven lopen grote risico’s. Als een bedrijf de pensioenpremies aan een BPF niet kan betalen, dient tijdig betalingsonmacht te worden gemeld. Gebeurt dat niet, niet op tijd of niet op de juiste manier, dan kunnen bestuurders persoonlijk aansprakelijk worden gesteld voor de soms enorme premies over een lange periode. Het is dus zaak hier als bestuurder scherp op te zijn.

Vrijstelling
Is er dan niets te ondernemen tegen jagende bedrijfspensioenfondsen? Zeker wel. Zo is het mogelijk om vrijstelling te vragen. Het vrijstellingsbesluit behorende bij de Wet Bpf 2000 bevat een aantal verplichte vrijstellingsgronden. De belangrijkste daarvan is, vrijstelling in verband met een bestaande eigen pensioenregeling/ pensioenvoorziening, als de werknemers van een bedrijf al deelnemen in een pensioenregeling die al ten minste 6 maanden loopt. Een eigen regeling is vaak goedkoper dan de verplichte deelneming bij een bedrijfspensioenfonds. De regeling dient echter wel gelijkwaardig te zijn aan die van het betreffende bedrijfstakpensioenfonds.

Een vrijstelling van de verplichte deelneming is ook denkbaar in geval een eigen CAO wordt gesloten. In dat geval geldt niet de eis dat de eigen regeling, zoals gekoppeld in de CAO, gelijkwaardig dient te zijn aan de pensioenregeling van het bedrijfstakpensioenfonds.Al met al zijn de vrijstellingsmogelijkheden in geval van verplichtstelling niet al te groot. De meeste bedrijven in Nederland ontkomen niet aan verplichte deelneming aan een bedrijfstakpensioenfonds.

Wilt u meer weten over dit onderwerp of laten controleren of u het goed heeft geregeld, neemt u dan contact op met “de Haij & van der Wende”