De arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd per 1 juli 2014

Als eerste onderdeel van de herziening van het ontslagrecht (wetsvoorstel 33818) wijzigt de regeling voor arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd. Het wetsvoorstel is door de Tweede Kamer geaccepteerd; de Eerste Kamer zal het voorstel begin april 2014 behandelen.

De  belangrijkste wijziging is dat de maximale duur waarvoor opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd kunnen worden gesloten. Deze wordt verkort van (nu) 36 maanden naar 24 maanden.

Andere wijzigingen zijn:

  1. Arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd worden als voortgezet beschouwd tenzij een onderbreking van meer dan zes maanden (nu drie maanden) heeft plaatsgevonden. Onderbrekingen (korter dan 6 maanden) tellen mee voor de berekening van de 24 maanden.
  2. Voor arbeidsovereenkomsten met een duur van zes maanden of korter mag geen proeftijd meer worden overeengekomen. Een wel overeengekomen proeftijd in een dergelijke situatie is nietig;
  3. Het concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd wordt met ingang van 1 juli 2014 fors beperkt. Uitgangspunt is dat een concurrentiebeding slechts bij een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd mag worden overeengekomen. Een concurrentiebeding bij een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd zal alleen nog geldig zijn indien in de arbeidsovereenkomst bij het concurrentiebeding is opgenomen een schriftelijke motivering van de werkgever waaruit blijkt het concurrentiebeding noodzakelijk is wegens zwaarwegende bedrijfsbelangen. Het (zware) bedrijfsbelang moet bestaan bij aanvang van de arbeidsovereenkomst maar ook bij afloop van de arbeidsovereenkomst. In het geval geen motivering is opgenomen of het  beding niet noodzakelijk is, zal het beding nietig zijn;
  4. Aanzegplicht. De werkgever wordt verplicht de werknemer uiterlijk één maand voordat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege zal eindigen, de werknemer schriftelijk te informeren. De werkgever dient het einde van rechtswege “aan te zeggen”. Indien hij de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd wil voortzetten is hij gehouden, nog steeds uiterlijk een maand voordat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd afloopt de werknemer mede te delen onder welke voorwaarden hij de arbeidsovereenkomst wenst voort te zetten. Deze verplichting geldt niet bij arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd korter dan 6 maanden.

Overgangsrecht.

De nieuwe bepaling over de ketenregeling, de proeftijd en het concurrentiebeding gelden voor nieuwe arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd vanaf 1 juli 2014. Lopende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd worden niet “getroffen” door de nieuwe regels.

Commentaar mr. A.B. van Els

Belangrijkste twijfel bij de wijzigingen is of de veronderstelde verbetering van de rechtspositie van de flexibele werknemer bereikt zal worden met deze nieuwe regelgeving. Het grote gevaar is dat (flexibele) werknemer eerder dan in het huidige systeem met een einde van zijn werkzaamheden zal worden geconfronteerd.

mr. A.B. van Els